VEILIGSLAPEN-TIPS
2. Gebruik de eerste twee jaar een babyslaapzak of een deken met lakentje. Kinderen die jonger zijn dan 2 jaar slapen het veiligst in een babyslaapzak of onder een deken met een lakentje.
De pluspunten van een babyslaapzak zijn:
- Een kind kan niet met zijn hoofdje onder het beddengoed terecht komen.
- Jonge baby’s rollen minder gemakkelijk om van de rug naar de buik.
- Een kind zich niet bloot kan woelen.
- Een kind kan moeilijker uit bed klimmen.
Slaapt een baby zonder slaapzakje, maak het dekentje en lakentje stevig en kort – voetjes tegen het voeteneinde – op.
3. Gebruik de eerste twee jaar geen dekbed Een dekbed kan veel te warm zijn voor een baby. En het kind kan zich gemakkelijk onder of in het losliggend beddengoed wurmen. Dit kan de ademhaling belemmeren. Een deken in een dekbedhoes kan wel, maar dan moet de deken even groot zijn als de hoes. De dekbedhoes moet groot genoeg zijn, zodat deze aan de onder- en zijkanten minimaal 10 cm onder het matras ingestopt kan worden. De hoes moet goed sluiten. Maak net als bij gebruik van een dekentje en lakentje het bedje kort op – voetjes tegen het voeteneinde. Bekijk onze pagina’s over beddengoed met advies en tips voor veilig gebruik.
4. Leg een baby te slapen in een wieg of kinderledikant Dit is de veiligste slaapplek. Zet het bedje het eerste halfjaar zo dicht mogelijk bij het ouderlijk bed. Houd ook overdag enig toezicht tijdens het slapen. Samen met een kind in één bed slapen, is zeker in de eerste vier maanden een risicofactor voor wiegendood. Het kind kan het te warm krijgen door het dekbed, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met zijn gezichtje tegen kussens aandrukken. Bovendien kan een slapende ouder op het kind rollen. Het risico neemt toe als ouders roken, hebben gedronken, medicijnen of drugs hebben gebruikt, erg vermoeid of gestrest zijn of overgewicht hebben.
5. Leg een kind niet vast in bed Een kind kan zich vastdraaien. Gebruik een babyslaapzak. Dit maakt het moeilijker voor een kind om zich op de buik te draaien. En het houdt een kind lekker warm. Probeert een kind uit het ledikant te klimmen, dan kunnen de spijlen eruit gehaald worden of men kan een laag kinderbed aanschaffen. Een zachte ondergrond wordt geadviseerd voor het geval een kind uit bed valt.
6. Kleed een baby niet te warm Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Een baby heeft het warm genoeg als zijn nekje aangenaam aanvoelt. Zorg dat de temperatuur van de babykamer tussen 16°C -18°C is. Zet een baby na de eerste dagen geen mutsje meer op in bed; een baby reguleert zijn temperatuur met het hoofd. Daarom moet het hoofd onbedekt blijven. Dek een kind bij koorts minder warm toe dan gewoonlijk. Als een kind transpireert, heeft hij het al erg warm. Dek een kind dan minder warm toe of verlaag de temperatuur in de kamer. In de warme zomermaanden is deze temperatuur vaak niet te realiseren en zal wat hoger liggen. Dit is helemaal niet erg, houdt hier echter wel rekening mee, bij het aankleden en het toedekken van een kind. VeiligheidNL heeft geen gezondheidsinformatie ten aanzien van de airconditioning
7. Zorg voor goede ventilatie in de kinderkamer Frisse lucht is belangrijk. Zet regelmatig even een raam open op de kinderkamer.
8. Houd een baby vrij van rook
Dit geldt niet alleen in huis, maar ook onderweg (in de auto) of als men ergens anders op bezoek is. Ventileer regelmatig de kamer waar een kind slaapt, ook als men niet rookt.
9. Zorg voor een veilig bed
Gebruik een wieg of bedje, waarvan de zijwanden ventilerend zijn. De spijlafstand moet tussen de 4,5 en 6,5 cm zijn. Kies een stevig en goed passend matras. Te zacht beddengoed zoals hoofdbeschermer, kussen, kussenachtige knuffels en stabilisatiekussens kan de ademhaling belemmeren. Gebruik liever geen zeiltje of matrashoes met een ondoordringbare laag. Wilt je dit toch, leg het dan niet onder het hoofdje van je kind.
10. Gebruik geen geneesmiddelen met slaapverwekkende bijwerking
Behalve als de huisarts dit voorschrijft. Dit geldt ook voor de moeder zo lang zij borstvoeding geeft. Dit geldt ook voor hoestdrankjes.
11. Verstoor zo min mogelijk rust en regelmaat
Stel een baby niet onnodig bloot aan vermoeienissen en stress. Dit verstoort het slaapritme van een baby.
12. Geef je baby borstvoeding en gebruik een fopspeen
Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding het risico op wiegendood verlaagt. Dit geldt ook voor een fopspeen. Krijgt een kind borstvoeding, gebruik dan alleen een fopspeen als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Bij flesvoeding kan wel meteen een fopspeen gegeven worden.
BRON: www.veiligheid.nl
SAMENSLAPEN (bedsharen):
Bedsharen (samen slapen in 1 bed) wordt alleen aangeraden wanneer de moeder borstvoeding geeft. Op basis van onderzoek is dit 1 van de richtlijnen die James McKenna heeft opgesteld. Waarom?
Een moeder die borstvoeding geeft heeft andere hormonen door haar lichaam stromen dan een moeder die geen borstvoeding geeft. Door die hormonen slaap je op een andere manier. Die hormonen zorgen ervoor dat je in hetzelfde slaapritme slaapt als je baby/kind. Als de baby lichter gaat slapen, doe jij dat ook. En als je baby dieper slaapt, doe jij dat ook. Op die manier ben je alerter wanneer dat nodig is. Zo komt het voor dat een moeder wakker wordt, vlak voordat het kind wakker wordt voor een nachtvoeding. Bijzonder hè, hoe de natuur ik elkaar zit.
Naast dat de slaaparchitectuur, zoals dit genoemd wordt, op elkaar afgestemd wordt, heeft borstvoeding meer voordelen voor het slapen, die zorgen dat het veiliger wordt. Zo slaapt een kind, als het dicht bij de moeder ligt, door de geur van de tepel rustiger, het zal minder draaien en woelen, waardoor het niet zo snel in een benarde situatie terecht kan komen. Het kind slaapt door de geur namelijk met zijn gezicht richting de borst en ligt daardoor automatisch in een veilige zij- of rugligging. Een kind dat zo dicht bij de borstvoedende moeder slaapt, wordt vaker, maar korter wakker om even te drinken. Dit geeft bescherming tegen wiegendood en is goed voor de hersenontwikkeling. Onderzoek wijst uit, dat hoewel het kind en de moeder vaker wakker worden, ze door de oxytocine (knuffelhormoon) ook snel weer in slaap vallen, waardoor deze manier van slapen voor de moeder toch de meeste nachtrust oplevert. Ook de melk zelf geeft bescherming: een kind dat borstvoeding krijgt heeft minder kans op wiegendood dan een kind dat kunstvoeding krijgt.
Voor een moeder die fulltime kolft is het ook mogelijk om te bedsharen, zij heeft immers dezelfde hormonen door haar lichaam stromen en haar kind krijgt ook de moedermelk die voor de bescherming zorgt.
HOE SAMEN SLAPEN?
Samen slapen kan op verschillende manieren. Alle vormen waarbij het kind op de kamer van de ouder slaapt, vallen onder samen slapen. Een kind kan dus in een eigen bed erbij op de kamer slapen, of in een co-sleeper (aanschuifbedje) of bij de ouder(s) in bed. Hieronder belichten we deze verschillende opties. Bij de ouder(s) in bed Een kind, ook een baby, kan bij de ouders in bed slapen. Dat noemt met bedsharen of bedding-in. Daarbij moeten er, bij een baby of jong kind, waarschijnlijk wel wat aanpassingen gemaakt worden voor de veiligheid. Zo is een dekbed voor een kind onder 2 jaar af te raden en is het verstandig voor een oplossing te zorgen zodat het kind niet uit bed kan vallen. Daarnaast wordt bedsharen met baby’s en dreumessen alleen aangeraden voor borstvoeding-gevende moeders. Meer over de veiligheid lees je bij: ‘veiligheid‘. In Nederland wordt deze manier van samen slapen afgeraden voor jonge baby’s. Voordelen van bedsharen:
- Als borstgevende moeder is aanleggen, liggend voeden en doorslapen terwijl je kind drinkt mogelijk. Borstvoeding heeft daar zelfs een trucje voor, want door het knuffelhormoon oxytocine dat vrijkomt, wordt je lekker loom en val je makkelijk in slaap. Veel borstvoeding-gevende moeders slapen op deze manier en krijgen zo de meeste slaap.
- Als je borstvoeding geeft, lig je als moeder met je baby/kind naast je, vanzelf stil. Ook je baby/kind zal minder draaien. Dit zorgt ervoor dat je niet op je kind kan rollen.
- Je kind is lekker dichtbij en ligt lekker warm tegen je aan. Je eigen persoonlijke kruik als het ware. Lekker voor jou als ouder en zeer goed voor de hechting van je kind.
- Je kind is zo dichtbij dat het je kan voelen, horen en ruiken. Dit zorgt voor een gevoel van veiligheid, maar werkt ook bevorderend voor de ademhalingsprikkel. Bij jonge baby’s is het ademhalingssysteem namelijk nog niet helemaal af, waardoor dit een goed trucje is van moeder natuur.
- Redelijk goedkoop, buiten een eventueel bedhekje en misschien aangepast beddengoed, zijn er meestal geen kosten. Geen babykamer, ledikant of wiegje nodig.
Nadelen van bedsharen:
- Je moet je bed aanpassen zodat het veilig is om samen in te slapen. Denk aan een deken in plaats van een dekbed en je bed verlagen of een bedhekje plaatsen tegen het uit bed vallen.
- Bedsharen wordt afgeraden bij baby’s en jonge kinderen als de moeder geen borstvoeding geeft. Ook wordt bedsharen afgeraden wanneer de ouders roken, oververmoeid zijn of onder invloed van alcohol of verdovende middelen. Zie meer op de pagina ‘veiligheid‘.
- Je houdt zelf wat minder ruimte in bed over (tenzij je zorgt voor een groter bed).
- Het wordt afgeraden om een kind alleen te laten slapen op het grote bed, dus voor slaapjes zonder jou als ouder zul je een oplossing moeten verzinnen (bijvoorbeeld toch ergens een ledikant neerzetten, er ook overdag bij blijven of je kind in een draagdoek of draagzak laten slapen).
Een aanschuifbedje of co-sleeper Een aanschuifbedje of co-sleeper is een wieg of ledikant met 1 open zijde die je tegen het bed aanschuift. Zo slaapt je kind in een eigen bedje, met zijn eigen deken e.d., maar wel direct naast je zonder spijlen er tussen. Je kunt er dus makkelijk bij, maar houdt zelf je eigen ruimte in bed. Er zijn verschillende co-sleepers te koop en te huur. De meeste daarvan zijn wiegformaat of net iets groter. Een co-sleeper is ook zelf te maken, maar zorg er dan wel voor dat het stevig en veilig is.
Voordelen van een co-sleeper:
- Je kind is dichtbij, maar je houdt wel je eigen ruimte in bed. Je kunt dus zelf wat vrijer bewegen als je daar behoefte aan hebt.
- Omdat de co-sleeper open is aan de zijde van het bed, hoef je niet uit bed te stappen om je kind eruit te halen voor bijvoorbeeld een nachtvoeding. Ook kun je makkelijk je hand op of bij je kind leggen ter geruststelling.
- Je kind is zo dichtbij dat het je kan ruiken en horen. Dit zorgt voor een gevoel van veiligheid, maar werkt ook bevorderend voor de ademhalingsprikkel. Bij jonge baby’s is het ademhalingssysteem namelijk nog niet helemaal af, waardoor dit een goed trucje is van moeder natuur.
- Een co-sleeper wordt ook als veilig gezien indien de moeder geen borstvoeding geeft.
Nadelen van een co-sleeper:
- Je moet er wel ruimte voor hebben naast je bed.
- Ook al ligt je kindje in de co-sleeper, wordt er toch aangeraden om zelf geen dekbed te gebruiken als je kind jonger is dan 2 jaar. Je kind kan zich immers wel uit het bedje verplaatsen, waardoor een dekbed toch minder veilig is. Een deken kan wel en slaapt net zo lekker.
- Sommige co-sleepers hebben een afwijkende maat, waardoor niet al het beddengoed past.
In een eigen bed bij de ouders op de kamer Een eigen bed bij de ouders op de kamer kan ook, dit wordt rooming-in genoemd. Het maakt niet uit of het bedje tegen je bed aan staat of op een andere plek in de slaapkamer. Je kunt hiervoor elk normaal wiegje, ledikant of bed gebruiken, zolang het maar geschikt is voor de leeftijd van je kind.
Voordelen van rooming-in:
- Je kind is dichtbij, maar je hebt toch je bed voor jezelf.
- Qua veiligheid hoef je met het grote bed nergens rekening mee te houden.
- Ook veilig als de moeder geen borstvoeding geeft.
- Je kind is zo dichtbij dat het je kan horen. Dit zorgt voor een gevoel van veiligheid, maar werkt ook bevorderend voor de ademhalingsprikkel. Bij jonge baby’s is het ademhalingssysteem namelijk nog niet helemaal af, waardoor dit een goed trucje is van moeder natuur.
Nadelen van rooming-in:
- Je moet je bed uit als je je baby uit het bedje moet pakken.
- Je moet ruimte hebben om een bedje erbij te plaatsen op de slaapkamer.
VEILIGHEID: Voor bedsharen zijn er richtlijnen opgesteld door Professor James J. McKenna van het Mother-Baby Behavioral Sleep Laboratory van de University of Notre Dame in de Verenigde Staten.
Richtlijnen om veilig samen te slapen:
- De kamertemperatuur is idealiter rond de 16-18 graden. Dit zorgt voor een goede nachtrust en is niet te warm.
- Leg je kind op zijn/haar rug te slapen tot hij/zij zelf vlot heen en weer kan draaien. Buikligging wordt in verband gebracht met wiegendood.
- Gebruik tot een kind 2 jaar is, geen dekbed voor je kind. Een dekbed isoleert te goed, waardoor je kind oververhit kan raken (warmtestuwing) en als ze er met het gezicht tegenaan komen te liggen, kunnen ze steeds zuurstofarmere lucht inademen (rebreathing). Als je bedshared of je kind in een open co-sleeper slaapt, is een dekbed voor het grote bed ook onveilig. Een deken van katoen, wol of synthetische stof met een laken kan wel. Zorg ervoor dat deze goed zijn ingestopt en als je kind in een eigen bedje of co-sleeper slaapt maak je deze kort op (zodat je kind er precies onder past en niet naar beneden kan zakken). Een goed passende babyslaapzak in plaats van een deken en laken kan ook.
- Laat het kind slapen op een stevig, vlak matras. Gebruik geen plastic matrasbeschermers, in ieder geval niet onder het hoofd. Plastic verhoogd het risico op warmtestuwing. Een waterbed is geen geschikt bed voor een baby of jong kind.
- Zorg dat je kind slaapt buiten bereik van snoeren en draden. Zorg ook dat er afstand is tot de (warme) verwarming. Ook losse stoffen, doeken e.d. houd je uit de buurt van een baby.
- Gebruik geen hoofdbeschermer voor een wieg, ledikant of co-sleeper. Houd kussens, knuffels en andere gevulde materialen uit de buurt van je kind of dreumes. Ze kunnen er tegen aan komen liggen met het risico steeds zuurstofarmere lucht in te ademen (rebreathing).
- Slaap nooit samen op de bank. Laat een kind ook niet alleen op een bank slapen. Een kind kan er makkelijk vanaf vallen, ze kunnen tussen kussens bekneld raken en doordat een bank vaak geen stevig vlak oppervlak is, kunnen ze makkelijker onbedoeld in een benarde positie rollen.
- Leg je kind nooit vast, ook niet om uit bed vallen of omrollen te voorkomen. Ook speciale kussens e.d. om je kind in een bepaalde houding te leggen, zijn sterk af te raden. Kan je kind zich toch iets bewegen, dan kan het zich door het vastleggen in nog gevaarlijker situaties wurmen dan wanneer het niet vast lag.
- Laat je kind minimaal de eerste 6 maanden bij de ouders op de kamer slapen. Dit verlaagd het risico op wiegendood.
- Laat een kind niet in 1 ruimte slapen met iemand die rookt. Roken verhoogd het risico op wiegendood aanzienlijk. Het is daarom beter om als de roker niet in dezelfde ruimte als een baby of kind te slapen. Lees hier meer over.
- Een kinderwagenbak is geen geschikte slaapplaats binnenshuis. Mocht een kind er na het wandelen nog in liggen te slapen en je wilt dit zo laten, doe dan in ieder geval de kap naar beneden en zorg dat er toezicht op blijft. Voor de nacht is dit dus zeker geen geschikte slaapplek.
- Leg een baby/kind niet te slapen in een babynestje, op een schapenvacht, op een borstvoedingskussen, op een verschoonkussen, op een ander kussen of op een ander zacht oppervlak. Al deze ‘extra’ materialen brengen risico met zich mee door dat het te warm is (warmtestuwing) of door risico er tegen aan te komen liggen en zuurstofarme lucht in te ademen (rebreathing). Een vlak en stevig matrasoppervlak is de veiligste slaapplek voor een baby/kind, of dit nu in de wieg, ledikant, co-sleeper of het grote bed is.
Wanneer je een wieg, ledikant of co-sleeper gebruikt:
- Let erop dat de afstand tussen de spijlen tussen de 4,5 en 6,5 cm is. De bodem van het bed hoort ventilerend te zijn en aan het bed zitten geen haken e.d. waar een kind zich aan kan bezeren. De zijkanten moeten open zijn, gesloten zijkanten zijn af te raden omdat deze kunnen zorgen voor onvoldoende ventilatie. Als je zelf het bedje wilt schilderen, kies dan voor gifvrije verf. Bouw je een bestaand ledikant om tot co-sleeper, zorg dan dat deze stevig is, eventueel door te verstevigen met een houten balk aan de open zijde.
- Gebruik je een co-sleeper, maak deze dan vast aan het bed, zodat je kind niet tussen het grote bed en de co-sleeper bekneld kan raken. Vul kieren en naden op (met bijvoorbeeld schuimrubber, verkrijgbaar bij stoffenwinkels, meubelbekleders en vaak ook op de markt). Doe de bedbekleding zoals hoeslakens over de opvulling van de naden heen. Zorg dat de matrashoogte van de co-sleeper aansluit op de matrashoogte van het bed, zodat het kind niet tegen de zijkant aan kan komen liggen.
- Laat een kind nooit alleen in een open co-sleeper slapen, zodat er niet na een beetje kruipen uit bed gevallen kan worden.
- Gebruik een co-sleeper helemaal open, of helemaal dicht. Openen tot halverwege terwijl je kind erin ligt/slaapt is onveilig omdat kinderen zichzelf half op dat randje kunnen manivreren (en helaas is daar al een kindje aan overleden).
Bedsharen:
-
- Bedsharen wordt door het NCJ in Nederland afgeraden (tot 4 maanden). Mijn persoonlijke mening is anders. Veel kindjes hebben behoefte om bij mama te zijn ’s nachts. Moeders vallen regelmatig in slaap tijdens het borstvoeden. Ik ben daarom van mening dat je beter kunt zorgen dat het zo veilig mogelijk gebeurt. Daarom raad ik aan de onderstaande richtlijnen te volgen, opgesteld door Professor James J. McKenna van het Mother-Baby Behavioral Sleep Laboratory van de University of Notre Dame in de Verenigde Staten. Lees meer over mijn visie op veiligheid en bedsharen.
- Bedsharen wordt alleen aangeraden voor borstvoedende moeders. Een borstvoedende moeder is door de borstvoedingshormonen meer alert en haar slaaparchitectuur past zich, ook door die hormonen, aan op die van de baby. Daarnaast reageert een slapende baby instinctief anders op een borstvoedende moeder. Geef je geen borstvoeding? Dan is een co-sleeper een veiliger slaapplek. Lees meer over borstvoeding en bedsharen.
- Bedsharen wordt afgeraden indien je minder alert bent door roken, alcohol, verdovende middelen, medicijnen waar je alertheid van vermindert, ziekte en zware oververmoeidheid.
- Bedsharen wordt ook afgeraden wanneer je zwaar overgewicht hebt, waardoor je niet goed meer aan kan voelen waar je kind zich ten opzichte van jezelf bevindt.
- Gebruik een stevig matras en zorg dat er geen spleten, kieren e.d. zijn waar je kind tussen kan raken. Gebruik geen dekbed en zorg ervoor dat je kind niet tegen een kussen aan kan komen te liggen (dus ook geen borstvoedingskussen als uitvalbescherming gebruiken). Kussens geven een risico doordat kinderen als ze er met hun gezicht tegen aan liggen steeds zuurstofarmere lucht in ademen (rebreathing).
- Als je lang haar hebt, zorg dan dat je dit vast doet. Je kind kan hier in verstrikt raken als het los is.
- Zorg dat alle volwassenen in bed weten dat er ook een baby of jong kind in bed ligt, zodat ze zich daarvan bewust zijn. De veiligste plek voor een kind is naast de borstvoedende moeder, niet in het midden.
- Gebruik een bedhekje of een andere uitvalbescherming zodat je kind niet van het bed kan rollen. Je bed verlagen, door bijvoorbeeld alleen de lattenbodems met matrassen op de grond te leggen, is nog beter. Kan je kind kruipen en klauteren, dan is verlagen van het bed helemaal de beste optie, want als ze over een bedhek heen klimmen, vallen ze van nog grotere hoogte.
Slaap als moeder op je zij, met je knieën opgetrokken en een arm onder je hoofd tussen je kind en je kussen. Je kind ligt op zijn rug tussen je benen en je arm, met het hoofd ter hoogte van je borst. Zie het plaatje.
- Laat een baby niet naast een ander/ouder kind slapen, maar altijd naast een persoon die de verantwoordelijkheid voor de baby kan nemen.
- Laat een kind niet alleen in het grote bed slapen, ze kunnen er altijd uitvallen, want zelfs een baby van een paar minuten oud kan zich al verplaatsen.
De termen rebreathing en warmtestuwing zie je een aantal keer voorbij komen in de richtlijnen. Wat is dat nu precies?
Rebreathing: Bij rebreathing ademt het kind steeds zijn eigen adem weer in. Doordat het lichaam de zuurstof uit die adem opneemt, en je dus lucht met minder zuurstof uitademt, bevat deze lucht bij elke ademhaling steeds minder zuurstof. Omdat je wel kunt ademen (je stikt niet), krijg je geen reflex om naar lucht te snakken. Het is dus een heel stil gevaar, maar het is ook iets wat je zoveel mogelijk kunt proberen te voorkomen. Rebreathing komt voor bij materialen waar de lucht in kan blijven hangen, waardoor je het dus weer opnieuw in kunt ademen. Om die reden worden kussens, knuffels, dekbedden en andere gevulde materialen afgeraden bij jonge kinderen. In gevulde stoffen kan die adem namelijk het makkelijkst blijven hangen.
Mede om die rede worden de o zo schattige “ babynestjes “ afgeraden.
Warmtestuwing: Warmtestuwing houdt in dat je het te warm krijgt en die hitte niet kwijt kunt. Dit klinkt misschien niet zo gevaarlijk, maar als dit te sterk wordt, kan dit juist heel gevaarlijk worden. Warmtestuwing is iets wat vooral gevaar oplevert voor mensen die hun temperatuur minder goed kunnen reguleren, zoals baby’s en jonge kinderen, maar ook ouderen. Om deze reden worden materialen die minder goed reguleren, zoals plastic, en dingen die te sterk isoleren, zoals een dekbed, afgeraden voor jonge kinderen.
BRON: www.samenslapen.nl